Samen
naar beter
Nadia Nsayi: “Hoe kunnen we, dankzij én zeker ook ondanks ons verleden, vreedzaam samenleven? Daar gaat dekolonisatie over.”
| 9 november 2022

Journaliste Elien Spillebeen ging op de Netwerkavond '22 van Avansa in gesprek met Nadia Nsayi. Zij is politicologe en auteur van het boek ‘Dochter van de dekolonisatie’. Nsayi heeft Congolese roots. Ze werd geboren in Kinshasa en kwam op 5-jarige leeftijd naar België.
“Onze geschiedenis maakt ons tot wie we zijn. Het is onmogelijk te bouwen aan een rechtvaardige samenleving zonder dat je op een correcte manier omgaat met je verleden. In ons geval betekent dat dus ook: met ons koloniale verleden.Want die periode heeft sporen nagelaten bij zowel Congolezen als Belgen. Hoe gaan we met die trauma’s om? Hoe pakken we de dekolonisatie aan?” In haar boek Dochter van de dekolonisatie stelt politicologe Nadia Nsayi enkele pertinente vragen én geeft ze er ook antwoord op. Avansa Kempen nodigde haar uit op zijn jaarlijkse netwerkevent.
Een veertigtal geïnteresseerden waren aanwezig op het tiende netwerkevent van Avansa Kempen. “We hebben de goede gewoonte om elk jaar een maatschappelijk relevant thema op de agenda te zetten,” leidde Martine Coppieters, coördinator van Avansa Kempen, de avond in. Dit jaar kozen we voor het thema ‘Kijken naar kolonisatie’. In de media is daarover veel te doen. De regering boog zich in 2022 over de collectie van het AfricaMuseum, een commissie zal bepalen welke voorwerpen onrechtmatig verkregen werden en teruggegeven worden aan Congo, koning Filip bracht een zeldzaam masker terug naar Congo en betuigde zijn ‘diepste spijt’ voor de wandaden uit het verleden. Maar in de Kempen is de kolonisatie van Congo en de gevolgen ervan amper in het publieke debat aanwezig. Daar willen we met deze avond iets aan doen. Hopelijk inspireert het de aanwezigen om er zelf in de eigen organisatie mee aan de slag te gaan.”
De anekdotiek voorbij

“Het is pas aan de universiteit dat ik diep geïnteresseerd raakte in de koloniale geschiedenis van België. In het secundair onderwijs hadden we er nauwelijks les over gekregen en werd ik niet getriggerd om er meer over te willen weten. Dat is trouwens een belangrijk manco: we leerden nauwelijks iets over ‘Belgisch-Congo’, laat staan hoe we in de 21ste eeuw tegenover die geschiedenis moeten staan. Als er in de les al iets verteld werd over Congo bleef dat beperkt tot anekdotes: koning Leopold II, het strafregime en de afgehakte handen… Of ‘Tot 1960 was Congo een kolonie en daarna niet meer’: dat soort jaartalgebonden geschiedenis. Over het globale beeld, over het systeem van kolonialisme en op welke principes dat gebaseerd is: daarover vernamen we niets. Vreemd toch: het is alsof je WOII zou samenvatten tot de gebeurtenissen in een concentratiekamp, zonder dat je uitlegt waar het nazisme voor staat.”
Als universiteitsstudente begon Nadia Nsayi zich te verdiepen in de kolonisatie. “Kolonisatie gaat altijd over het bezetten van andere landen om er zelf beter en rijker van te worden. En de plaatselijke, gekleurde bevolking moet de witte overheerser daar onder dwang bij helpen. En dus is elke vorm van kolonisatie rechtstreeks gelinkt aan imperialisme, kapitalisme, terrorisme en racisme. Maar politici, onderwijzers en pastoors hebben er een heel ander beeld van opgehangen. Zij stelden de liefdadigheid en de goede werken voorop.”
“En ja, sommige Belgen hebben ook mooie dingen verwezenlijkt in Congo. Maar we moeten daar een zéér grote kanttekening bij plaatsen: ze deden dat voor zichzelf, niet voor de Congolezen. De wegen die werden aangelegd, waren heus niet bedoeld voor het comfort van de plaatselijke bevolking. De wegen gingen alleen naar de rijke gebieden en dienden om grondstoffen te vervoeren. Dat er veel aandacht ging naar de gezondheidszorg was omdat men er alle baat bij had om zelf gezond te blijven én om over sterke arbeiders, slaven, te beschikken. De scholen die werden opgericht, dienden alleen om de kinderen op te voeden. Verder dan basisonderwijs ging het niet. Je kan een slaaf leren lezen en schrijven, maar het blijft een slaaf. Congolezen werden niet opgeleid om carrière te kunnen maken of om zelf hun land te kunnen besturen.”
Dekolonisatie
Het is nodig om dat mechanisme achter kolonisatie goed te kennen voor je een definitie van dekolonisatie kan geven, vindt Nsayi. “Dekolonisatie betekent voor mij inzicht krijgen in het koloniale verleden en tegelijk een manier vinden om daar kritisch mee om te gaan. Je kan alleen over dekolonisatie praten als je erkent dat er altijd een structurele ongelijkheid geweest is. Die ongelijkheid heeft niet alleen met huidskleur te maken. Er kleeft ook een belangrijke sociale dimensie aan: de rijken die de armen uitbuiten. Die historisch gegroeide ongelijkheid bestrijden: dát is het echte dekolonisatieproces.”
België heeft daarin al stappen gezet. “Het gaat de goede richting uit en dat juich ik zeker toe, maar we zijn er nog lang niet,” zegt Nsayi daarover. “Je kan alleen maar goedvinden dat in Gent de Leopold II-Laan nu de Floraliënlaan heet, dat de KULeuven de buste van Leopold II uit de bib verwijderd heeft en dat onze koning zijn spijt heeft betuigd. Maar uiteindelijk zijn dat symbooldossiers. Daar mag het niet bij blijven.”

Dekolonisatie gaat over het verwerken van trauma’s. “Zowel Belgen als Congolezen zijn beschadigd uit dat koloniale verleden gekomen. Daar kan je niks meer aan veranderen. De vraag is dus hoe je ermee omgaat en hoe je dat een plaats geeft. De geschiedenis heeft ons gemaakt tot wie we zijn. Hoe kunnen we, dankzij én zeker ook ondanks ons verleden, vreedzaam samenleven? Daarvoor is dialoog nodig, en die dialoog moet vertrekken op basis van gelijkheid. Dat is niet zo vanzelfsprekend als het misschien klinkt, want daar is van beide kanten moed voor nodig. Dat gaat bijvoorbeeld over het teruggeven van alle roofkunst, over het optrekken van standbeelden van Congolezen, over het benoemen van gekleurde mensen in topposities. Procentueel zijn er in ons land immers meer Congolezen dan Belgen hooggeschoold. Maar op de arbeidsmarkt worden ze gediscrimineerd of ze werken onder hun niveau. Die stappen moeten we nog zetten, en dat zijn best grote stappen.”
Of het helemaal goed komt met dat dekolonisatieproces en of het ooit helemaal afgerond kan worden, daar durft Nsayi zich niet over uit te spreken. “Ik ben van nature optimistisch en ik geloof in een maakbare, betere wereld. Dat we al belangrijke stappen gezet hebben, stemt me zeker hoopvol. De grootste hindernis die we moeten nemen, is misschien wel de tijd. Je kan 75 jaar durende bezetting niet zomaar uitgommen. Daar is tijd voor nodig. En hebben we die wel? De wereld evolueert zo snel dat mensen de tijd niet krijgen om aan al die veranderingen te wennen. Het dekolonisatieproces is er daar maar één van.”
Clip
Fotoreportage
van Chris Stessens