Samen
naar beter
Klimaatmakers: “We willen vooral een hoop enthousiaste mensen samenbrengen.”
| 9 februari 2021

Pioniers-met-goesting Laakdal en Olen geven begin 2021 het vlaggensignaal voor het project Klimaatmakers in hun gemeente. Spannend. Want de ambities liggen hoger dan een onderhoudende klets rond de koffietafel over CO2, Tesla en entrecote.
Welke verwachtingen koesteren de trekkers van dit Kempen 2030-initiatief? En hoe willen ze het concreet aanpakken, dat klimaat van morgen?
Schepen in Olen Elke Tweepenninckx, stafmedewerker Ellen Leys van IOK en duurzaamheidsambtenaar Evelyn Celis uit Laakdal hebben elk wel hun reden om enthousiast te worden van het verhaal rond Klimaatmakers.
Zo werd Elkes passie om in de politiek te gaan gevoed door haar inzet rond actief burgerschap. Ellen pingpongde al even met het voornemen om meer inspraak te organiseren rond het klimaatproject Kempen 2030. En ook Evelyn speelde al langer met het idee om inwoners intensiever te betrekken bij het gemeentelijk klimaatplan: een telefoontje van Vormingplus kreeg een volmondig ‘ja’.
Over één ding waren deze gedreven dames het los van elkaar eens: “Hier móeten we gewoon over samenwerken. Hier zit zoveel in.”
Vanwaar de bijzondere aandacht voor participatie in een meta-topic als ‘klimaat’?
Evelyn: “Klimaat is inderdaad een veelomvattend thema, maar het staat nooit op zichzelf. Het zit verweven in zowat alle lokale beleidsniveaus: van mobiliteit en hernieuwbare energie, tot lokaal geproduceerd voedsel of acties rond klimaatadaptatie. Net omdat klimaat alles en iedereen aangaat, vind ik het een heel logische materie om rond te participeren.”

Elke: “Je merkt het meteen wanneer je met mensen in gesprek gaat: klimaat is een totaal apolitiek onderwerp. Iedereen wordt er wel op de een of andere manier door geraakt. In ons meerjarenplan voor Olen hebben we meer dan 400 actiepunten opgenomen, waarvan er een 100-tal rechtstreeks met klimaat te maken hebben. Onze hoop is dat we de acties en suggesties die uit Klimaatmakers komen, kunnen linken aan dat programma. Als inwoners samen met ons trots en enthousiast kunnen zijn over de plannen die op tafel liggen, en er zelfs nog hun steentje aan kunnen bijdragen, dan wordt het ook veel makkelijker om dat positivisme verder uit te dragen.”
Voelen jullie effectief een positieve vibe rond het klimaat bij de Kempense gemeenten?
Ellen: “Zeker en vast. Enerzijds zitten we volop in een plan- en denkfase naar 2030 toe. Anderzijds heeft corona bepaalde gevoeligheden aangescherpt: iedereen ziet wel het belang in van een gezonde leefomgeving. We willen allemaal graag in een gemeente wonen waar veel ruimte is voor groene plekjes, waar energie betaalbaar, proper en toegankelijk is, waar je in een goed geïsoleerd en comfortabel huis kan leven. Daarin zit ook een kans voor Klimaatmakers, om de what’s in it for me voor burgers heel goed naar voor te brengen. De boodschap is niet zozeer: ‘Nu gaan we eens werken aan het klimaat’, maar vooral: ‘We willen bouwen aan een mooi toekomstbeeld, aan een goeie buurt.’”
Het klimaatverhaal kan juist heel positief zijn. Als we het zo kunnen vertellen, samen met onze burgers, dat wordt het veel meer een story van ‘willen’ dan van ‘moeten’Evelyn Celis
Evelyn: “Klimaat komt nogal eens in de media als een opeenstapeling van dingen waarin we gaan beperkt worden. Terwijl het klimaatverhaal juist heel positief kan zijn. Als we het op die manier kunnen vertellen, samen met onze burgers, dat wordt het veel meer een story van ‘willen’ dan van ‘moeten’.”
Geen klimaatmoeters, maar klimaatmakers dus?
Ellen: “Zeker. We geven het project ook bewust een heel actieve insteek. Als er in het verleden al lokaal acties georganiseerd werden rond klimaat, dan waren de milieuraad of gecoro vaak het enige adviesorgaan. In deze fase willen we heel graag méér: burgers krijgen eigenaarschap om bepaalde dingen te realiseren. We willen mensen een duidelijk beeld geven van wat ze zelf kunnen doen, hoe ze hun schouders kunnen zetten onder een betere leefwereld. De discussie mag niet meer stoppen bij wat anderen – bedrijven of de overheid – kunnen ondernemen.”

Naar welke output streven jullie? Zoveel mogelijk acties en ideeën losweken over het klimaat?
Elke: “Die concrete klimaatacties zijn op zich inderdaad heel interessant en belangrijk. Maar voor ons gaat het niet hoofdzakelijk om kwantiteit. Tussen haakjes: we hebben ook geen eenduidig instrument om te meten hoeveel CO2 we minder uitstoten of hoeveel we aan het besparen zijn. Wat voor ons misschien nog essentiëler is, is dat mensen samen enthousiast worden en beseffen: het wordt hier mooier, properder of aangenamer door dit of dat te doen. Zo doen we hopelijk een kettingreactie ontstaan waarmee we wél het verschil kunnen maken.”
Evelyn: “Onze wens is bovendien dat dit project ons wat dichter bij onze burgers brengt. Dat we beter begrijpen: wat leeft er bij hen, waar willen zij vooral rond werken? Tegelijk kan Klimaatmakers ertoe leiden dat burgers misschien ook iets beter gaan begrijpen hoe het eraan toegaat in een gemeente, en tegen welke moeilijkheden beleidsmakers en medewerkers zelf aanlopen.”
Jullie hebben een intensief voortraject doorlopen. Hoe zag dat eruit?
Evelyn: “Om een stevig kader vast te leggen, hebben we eerst intensief samengezeten met zowel administratie als bestuur. Ontzettend leerrijk vond ik dat, want je gaat toch een aantal zaken in de diepte doorspreken met mensen waarmee je dat niet altijd doet. Dat voortraject is volgens mij één van de grote sterktes van deze formule. Laat ik daarbij toch even vermelden hoe waardevol de ondersteuning van Vormingplus, en ook van IOK, voor ons is geweest. Hun kennis, bezieling en onpartijdige blik hebben het verhaal een enorme boost gegeven.”
Elke: “Die durf om te springen ook, dat werkte echt inspirerend. Wat alvast in mijn geheugen gebrand staat voor volgende participatieprojecten: áls je springt, baken dan vooraf heel goed je speelveld af. Weet waarover mensen wel of niet zullen kunnen beslissen, bepaal wat er terugvloeit naar het college en of er nog ruimte is voor nieuwe suggesties of extra budget. Want je wil geen onduidelijkheden of misverstanden meer eens het traject gestart is.”
Hoe zal het participatietraject er bij jullie praktisch uitzien?
Evelyn: “Omdat fysieke samenkomsten voorlopig niet mogelijk zijn, hebben we van Vormingplus de vraag gekregen: zien jullie het zitten om digitaal te gaan? Eerst waren we wat twijfelachtig, maar door erover te praten hebben we daar heel veel goesting in gekregen. Ook omdat we dachten: misschien kunnen we op die manier wel mensen bereiken die we anders niet vinden. De eerste drie online inspiratieavonden zijn intussen vastgelegd. Als het kan komen we in het voorjaar ook fysiek samen in de verschillende werkgroepen.”

Elke: “Wij wilden toch heel graag live van start gaan. De eerste ontmoeting zal er één zijn in eerder beperkte kring, we denken bijvoorbeeld aan een wandeling. Mogelijk switchen we nadien nog naar het digitale formaat. Die opties laten we nog open.”
Welke droom hebben jullie met Klimaatmakers binnen Kempen 2030?
Ellen: “Eerst en vooral hopen we natuurlijk dat de pilootprojecten goed lopen. Daarna zouden we heel graag opschalen. Ik merk alvast dat een paar andere gemeenten nu al op hun honger zitten om met Klimaatmakers van start te gaan. Dat is wel heel fijn. Er wordt veel gezegd en geschreven over het klimaat, maar mensen lijken nu ook echt klaar om zelf iets te doen. Door hen met elkaar in contact te brengen, kunnen ze elkaar versterken en samen iets creëren. Dat geloof ik echt.”