Samen
naar beter

In de Kempen zijn we fier op ons dorp. Op onze kermissen, buurtfeesten en warme burenrelaties. Toch lijkt die hechte gemeenschap op de terugweg. Wat houdt ons vandaag samen en wat drijft ons uiteen? Geen betere plek om dat te onderzoeken dan een netwerkevent met Kempense beleids- en cultuurmakers. Antropologe Ruth Soenen is (dorps)gids met dienst. “Om dynamiek te brengen in een dorp moet er een kritische massa zijn aan fijne, menselijke interacties.”
Door het oog van de antropoloog ziet de publieke ruimte er plots uit als boeiend onderzoeksmateriaal. Ruth Soenen, doctor in de sociale en culturele antropologie, deed jarenlang onderzoek naar het ‘kleine ontmoeten’: vluchtige contacten met onbekende mensen in het openbaar domein.

Die relaties zijn niet zo banaal als we wel denken, komt de onderzoekster ons tijdens dit netwerkevent uitleggen. Maar vooraleer uitspraken te doen over maatschappelijke verandering, sociale cohesie of waaraan we moeten werken, neemt ze ons mee op de tram: de Antwerpse tramlijn van vijftien jaar geleden, toen ze voor het eerst haar inspirerende kijk op ‘gemeenschap’ neerschreef.
Het kleine ontmoeten

Het lijkt op het eerste zicht een onderkoelde bedoening, daar op die stadstram. Mensen staan rug aan rug, kijken van elkaar weg. In de jaren 1950 – de tijd van ‘vroeger was het beter’ – ging het er nochtans niet veel anders aan toe, meldt Ruth Soenen. “Wat wij soms ervaren als asociaal gedrag, is eigenlijk een soort beleefdheidsvorm. Op een plek met heel veel onbekende mensen passen we onbewust de ‘beleefde vermijdingsregel’ toe: we willen de ander niet storen in zijn privacy.”
Maar af en toe gebeurt er iets dat die regel doorbreekt: een gemiste halte, een passagier met een hond, een man met een baby op de arm. Dan ontspinnen er zich allerlei conversaties. Het gebeurt meer dan we denken, weet Soenen. In heel alledaagse interacties of in periodes dat de levensloop van mensen voor langere tijd kruist. “De babbel met collega-ouders aan de schoolpoort of de samenhorigheid met andere klanten van onze favoriete schoenwinkel: ons leven bestaat uit een opeenvolging van tijdelijke gemeenschappen. En al zijn die contacten maar beperkt in de tijd, dat wil niet zeggen dat ze geen betekenis hebben voor mensen.”
Die emotionele lading van het kleine ontmoeten ervaar je misschien nog het meest helder in een korte, agressieve ontmoeting, illustreert de antropologe. Een chauffeur of medereiziger die ons afsnauwt? Het blijft toch even aan ons kleven.
Drie soorten ontmoeting
Elkaar ontmoeten doen we in verschillende versies. Die zijn ruwweg gebaseerd op drie soorten ervaringen, die we net zo goed kunnen opdoen in een stedelijke als in een meer landelijke context. De eerste wordt vaak omschreven als het dorpsgevoel, duidt Soenen. We bedoelen: het is hier goed leven, we hebben een aangename buurt. De tweede is de stedelijke ervaring, waarbij we in het gezelschap zijn van vele onbekenden. We genieten van de levendigheid, maar hebben soms ook de nood om ons terug te trekken. Ten derde is er het thuisgevoel. Dat knusse samenzijn creëren we vooral met intimi en familie, bijvoorbeeld in ons eigen huiskamertje, op het strand of op café.
“Om dynamiek te brengen in een dorp”, gaat Soenen verder, “is het belangrijk om een goede balans te vinden tussen de diverse types van ontmoeting. Er moet een kritische massa zijn aan fijne, menselijke interacties. De basis voor een positief sociaal klimaat? Een omgeving waar op allerhande plekken het kleine ontmoeten mogelijk is. Dat is een uitgelezen voedingsbodem om sociaal krediet op te bouwen en diverse profielen in een gemeenschap met elkaar te verbinden.”
Levendigheid in het dorp
Was er in de jaren 1990 nog veel sociaalwetenschappelijk onderzoek dat wees op de afname van het buurtgebruik, vandaag zien er weer veel bewoners- en burengroepen het licht. Ze ontstaan rond allerlei thema’s: erfgoed, veiligheid of feestvieren, wijst de spreekster aan. “In dergelijke collectieven kunnen heel mooie dingen gebeuren. Maar ze zijn ook geen ongenuanceerd succesverhaal. Kinderloze gezinnen vinden bijvoorbeeld vaak moeilijk aansluiting, net als mensen die oorspronkelijk uit een andere gemeente komen. En dan hebben we het nog niet gehad over etnisch-culturele diversiteit.”
De tijd van emanciperen en ‘mensen mondig maken’ is een beetje passé, klinkt het. Tegenwoordig zijn we in een era van ‘iedereen beroemd’: iedereen denkt over alles een uitspraak te moeten doen. “Daarom is het geen overbodige luxe om participatieprojecten te laten ondersteunen door een professionele procesbegeleider die groepen en groepsdynamica goed verstaat”, zegt Soenen. Waarbij ze ter illustratie een pluim op de hoed steekt van de trekkers van het Arendonkse project rond burgerbudgetten, onder begeleiding van Avansa Kempen (bling bling, speekmedaille!).
Rust in het dorp

Burencollectieven worden vaak gezien als onverdeeld positief, merkt de antropologe op. Maar ze kunnen ook bestaande breuklijnen versterken. “Essentiëler is de connectie die buren met elkaar hebben. En die is niet altijd zichtbaar in het openbaar domein. Een wijk kan er behoorlijk stil en doods uitzien, terwijl er achter de gevels toch grote solidariteit is met elkaar. Als ik morgen mijn been breek, zal er dan iemand voor mij naar de winkel gaan? Het antwoord op die vraag is misschien wel belangrijker dan die straatbarbecue meer of minder in de straat.”
Stilte is evenmin symptomatisch voor een gebrek aan levendigheid in een buurt, tekent Soenen aan. “Vooral mentale rust wint aan belang bij een breed publiek. Het is belangrijk om daar aandacht aan te besteden. Nochtans kunnen rust en stilte ook normatieve categorieën worden om mensen te weren uit een buurt. Soms creëren bewoners hun eigen sociale armoede door te claimen dat er niets mag georganiseerd worden in hun wijk, in naam van de zogeheten ‘stilte’.” Het is dus ook niet altijd verstandig, suggereert de antropologe, om enkel naar die ene stem van de bevolking te luisteren die om stilte roept. Best ga je na: in welke betekenis wordt het woord door mensen in een wijk gehanteerd?
Wonen in het dorp
Het klassieke woonideaal van de vrijstaande woning op een ruim perceel, is hoe dan ook aan herziening toe. Een aantal nieuwe woonvormen toont zich, ook in het dorp. Toch sluiten die gewraakte villawijken een gevoel van community niet uit, maakt Soenen attent. “Huiskamers maar ook tuinen bieden veel ruimte voor ontmoeting, ook in figuurlijke zin. ‘Community’ is ook niet het privilege van de samenleefprojecten die vandaag opgang maken. Die zijn zeker interessant, maar ze kunnen een ambigu effect hebben op de dynamiek in een dorp en op de relatie tussen mensen. Sommige communities interageren weliswaar vlot met de gemeenschap, andere functioneren meer als een enclave.”
De mooiste projecten zijn misschien nog gelaagd, eindigt de spreekster haar exposé. “Soms zetten initiatiefnemers onbewust de deuren open voor vele andere mensen, bekend en onbekend, die elk op hun eigen manier een bijdrage doen aan het project. Mensen samenbrengen en ontmoeting creëren? Het gebeurt vaak indirect en met een verbazende vanzelfsprekendheid.”
Bekijk het hele webinar
Het programma
vind je terug in deze uitnodiging
Presentaties
Dit kan ook interessant zijn:

Piet Verhoeven over de dorpscoöperatie Esbeek
Esbeek is een deelgemeente van Hilvarenbeek en heeft zo’n 1.250 inwoners. Het bevindt zich net over de Nederlandse…

beweging.net over de motor van het lokale verenigingsleven
Beweging.net denkt na over de vraag “Hoe kan er op een nieuwe, andere manier omgegaan worden met een…

Bea De Maeyer over het dorp ‘waar iedereen zich thuis-voelt’
Bea De Maeyer, consulente integratie bij het Agentschap Integratie & Inburgering, vertelde ons aan de hand van concrete…

Leen Heylen over zorgzame buurten
Vergrijzing, nieuwe gezinssamenstellingen, veranderingen in basisvoorzieningen en mobiliteitsgedrag zijn herkenbare tendensen die het dorpse leven stevig onder druk…

Janna Lefevere over tradities en erfgoed
Wat maakt of kraakt een hechte dorpsgemeenschap? Welke rol spelen tradities daarbij?