Samen
naar beter

‘Stilte’ is een begrip dat breed geïnterpreteerd moet worden. Het slaat niet alleen op decibels. De volmaakte stilte bestaat zelfs niet. Stilte heeft meer te maken met begrippen als ‘onthaasten,’ ‘innerlijke rust’, ‘loslaten’ of ‘zen’. Of, zoals in de film In Pursuit of Silence wordt gezegd: “Stilte is het proces dat van een gebalde vuist een open hand maakt.”
In het kader van de Dag van de Stilte 2016 organiseerden Vormingplus Kempen, Natuurpunt CVN, Natuurpunt Taxandria, Stilteplatform Kempen, Waerbeke en MOOOV een debat over stilte, rust en ruimte in de Kempen. Voorafgaand aan het debat, dat gemodereerd werd door Joris Capenberghs van Waerbeke, werd de documentaire ‘In pursuit of silence’ getoond, een bescheiden meesterwerkje van regisseur Patrick Shen. Hij reisde de wereld rond op zoek naar stilte en stiltebeleving, en liet specialisten aan het woord om het belang van stilte te duiden.

Hoop op beterschap
Dat in een samenleving die steeds drukker en lawaaieriger wordt stiltemomenten een schaars goed zijn, is logisch. Toch lijkt nog niet iedereen het belang van stilte in te zien. Of toch wel? “Ik merk een kentering,” zegt Bart Wuyts, directeur van de Strategische Projectenorganisatie Kempen en deelnemer aan het debat. “Het gaat de goede kant op. Er is tenminste al aandacht voor stilte. Maar dat is niet voldoende. Die aandacht moet nog omgezet worden in daadkracht. We moeten iets ondernemen om de momenten van stilte en rust te kunnen koesteren en nadrukkelijker te integreren in ons dagelijks leven; bijvoorbeeld op de werkvloer.”
Ook Eric Nysmans, directeur Welzijnszorg Kempen en voorzitter van het Openbaar Psychiatrische ziekenhuis in Geel, denkt dat een opwaardering van de stilte eraan zit te komen. “Alles gaat met slingerbewegingen. ’t Is pas als je iets begint te missen dat je er het belang van in gaat ziet. Zo is de herwaardering van de natuur er eerst in de stad gekomen. Het zal met stilte ook zo gebeuren. Pas nu de stiltemomenten zeldzaam geworden zijn, gaat men ze naar waarde schatten.”
De stilte is verdwenen
Leo Van Miert, schepen van Oud-Turnhout voor ruimtelijke ordening, wonen en mobiliteit, schetste aan de hand van zijn leven hoe de stilte in de loop der jaren is verdwenen. “Ik ben goed geplaatst over stilte te kunnen spreken,” zei de schepen. “Ik ben een boerenzoon. Toen ik jong was, werd er nog met paard en kar gewerkt. We stonden veel dichter bij de natuur dan de meeste mensen nu. De natuur bepaalde het werk en het werktempo; we moesten immers ‘de natuur zijn werk laten doen.’ Dat is een gezegde dat je nu nauwelijks nog hoort. Er is geen tijd meer voor de zaken op hun beloop te laten en af te wachten welk weer Moeder Natuur in petto. We proberen daarop in te grijpen en de natuur te manipuleren. Ik heb het ‘geboerte’ grondig zien veranderen. Zelf ben ik naar de fabriek getrokken, naar de zware industrie. Ik was er bevoegd de veiligheid. Heel opvallend is dat ik gedurende mijn loopbaan nooit gesprekken heb weten voeren over stilte. Er werd voortdurend gepraat over hoe machines beter en efficiënter konden gemaakt worden, maar nooit over hoe ze stiller konden worden. Met het welzijn van de arbeiders werd geen rekening gehouden. Of het kwam toch minstens maar op de tweede plaats. Ook ik merk nu dat er, zoals de andere sprekers al aanhaalden, beterschap is. Het begint bij veel mensen toch wel door te dringen dat burn-outs, depressies en stress alles te maken hebben met een gebrek aan stilte, in de betekenis van rust.”

Stilte is een recht
De grote vraag is hoe stilte opnieuw een vaste plek kan krijgen in het dagelijkse leven. Moderator Joris Capenberghs vroeg het aan zijn vier gasten.
Bart Wuyts: “Bij bedrijven weten ze intussen wel dat stilte kan helpen om mentale rust te creëren en burn-outs te helpen voorkomen. Het goede nieuws is dat kleinschalige initiatieven die niet duur hoeven te zijn soms al een oplossing kunnen bieden. Ik denk bijvoorbeeld aan de aanleg van een stilteruimte of een groenvoorziening.”
Leo Van Miert: “Het opwaarderen van stilte is een zaak voor alle domeinen. Ook voor toerisme, cultuur, ruimtelijke ordening, gezondheid… Binnen het ‘stilteplatform’ brengen wij mensen uit die sectoren samen. Dat is noodzakelijk. De vraag is hoe je een meerwaarde creëert waar iedereen van mee kan genieten: studenten, werkers, ouderen, kinderen…”
Joke Flour onderschreef de stelling van Bart Wuyts dat ingrepen om de stilte te bevorderen niet veel hoeven te kosten. “Kijk naar de zorgtuin in de ‘Residenties Alfons Smets’ in Dessel. Het is een plek waar bewoners samenkomen, een lapje grond kunnen bewerken, naar dieren kunnen kijken en genieten van de stilte en van mekaars gezelschap. De meeste zorgcentra hebben een grote tuin en kunnen zo’n zorgtuin perfect aanleggen.”

Eric Nysmans lanceerde een opmerkelijk voorstel. “Als kind ging ik naar een katholieke school. De dag begon daar steevast met een gebed. Dit is geen pleidooi om opnieuw te gaan bidden als de dag begint. Maar het zou geen kwaad kunnen om het werk of een vergadering met een minuut stilte te beginnen. Dat schept toch meteen een sfeer en creëert een bepaalde rust. Vanuit mijn eigen werkervaring kan ik zeggen dat we bij het OPZ in Geel stiltewandelingen hebben ingevoerd. Die worden heel erg geapprecieerd. Wij zijn ons zeer bewust van de helende kracht van stilte. Stilte mag, in het algemeen, veel meer ‘een thema’ worden. Een recht. Iedereen moet om stilte kunnen vragen. We moeten stilte durven opeisen als dat nodig is.”
Oases versus weefsels
Eric Nysmans pleitte voor het invoeren van oases van rust op de werkvloer én daarbuiten. Moderator Joris Capenberghs vroeg zich luidop af of dat wel voldoende is. “Oases zijn eilandjes en eilandjes zijn geïsoleerd. Is het niet beter te streven naar stilteweefsels in plaats van naar stilteoases?” De vraag stellen, is ze beantwoorden. Hoe dat moet gebeuren, is een ander paar mouwen. Het debat werd afgesloten met vier concrete maatregelen voor een stiltebeleid.
Eric Nysmans: “Het begint met er een professional op te zetten en het als een werkdomein te erkennen. Er is een stilteambassadeur nodig die de kar moet trekken.”
Joke Flour vulde aan: “Het zou een goeie zaak zijn als de overheid zich inlaat met de zaak, maar dan wel alleen om het kader te scheppen. De initiatieven komen best van onderuit. Dan is het draagvlak veel breder. Initiatieven moeten ook concreet, zelfs tastbaar zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan het creëren van stilteplekken in de stad.”
Bart Wuyts: “De zogenaamde ‘stille Kempen’ heeft alles in huis om een stilteregio te worden. Die troeven moeten we uitspelen. We zouden een uniek ecologisch stiltecentrum kunnen bouwen waar bedrijven terechtkunnen voor workshops, cursussen, lezingen, teambuilding… Zo’n centrum hoeft trouwens niet alleen bedrijven aan te spreken. Ook verenigingen en particulieren zouden er terechtkunnen. Stilte is geen onderdeel meer van onze cultuur. Zo’n centrum kan daar verandering in brengen.”
Leo Van Miert plaatste het slotakkoord. “Als stilte niet meer in onze cultuur zit – en daar moet ik het helaas mee eens zijn – is er een belangrijke taak weggelegd voor het onderwijs. We moeten kinderen de waarde van stilte bijbrengen. Alles begint met het overtuigen van de volgende generaties dat stilte op alle vlakken belangrijk en zelfs onmisbaar is.”