Samen
naar beter

Stilte in de stad is soms ver te zoeken. En toch zijn ze er, de kleine parels van stilte en rust. Zelfs te midden van het stadse tumult.
Zonder dat we het beseffen worden we er veelvuldig mee geconfronteerd. Stilte is namelijk veel meer dan enkel akoestische stilte. Ilse Van Gorp, lid van het eerste uur van het Stilteplatform, werkte de uitstap ‘Stilte in de stad’ uit. Je ontdekt in Turnhout waar, hoe en wanneer stilte een bepalende rol in ons leven speelt. Zij gaf de leden van het Stilteplatform hiervan voorproefje.
Meteen raak
En het was meteen raak. We spraken af hartje Begijnhof van Turnhout. Daar zagen we een video-installatie van Hans Op De Beeck. Een doorsnee gezin, vader, moeder en twee kleine kinderen, holden samen, eindeloos, schijnbaar zonder doel. De toon was meteen gezet. Wie van ons herkende zich daar niet in, na een drukke dag en te krappe tijd om op tijd te zijn voor een stiltewandeling.
Rustmodus
We stonden ook stil bij minder voor de handliggende stille plekken. Neen, we gaan die nu niet verklappen. Want dan is de verrassing eraf. Wel nog een kleine tip van de sluier. De groene weelde van de ecologische tuin van Natuurpunt Educatie op de Graatakker brengt je meteen in een rustmodus. Wij bezochten hem met enkel de sterrenhemel als verlichting. En onder de grote lork las Ilse dit gedicht.
Als iemand mij nou maar had opgeraapt
en in zijn zak gestopt en daar gelaten had,
dat af en toe een hand mij vond,
voelde hoe zacht ik was
en dan weer losliet.
Of op de vensterbank gelegd,
op ’t nachtkastje,
in een rommeldoos.
De keukenla!
Ik heb nog nooit een reis gemaakt,
ik moest zo nodig wortel schieten.
Als iemand mij nou maar had opgeraapt,
er was niets aan de hand geweest,
ik was kastanjebruin geweest,
ik had geglansd, geglansd,
wat later was ik wat gaan rimpelen,
en dan, nou ja, maar nu,
nu moet ik onvrijwillig transformeren
en niet zo’n beetje ook.
En steeds als ik zo ongeveer
gewend ben aan mijn nieuwe vorm,
steeds als ik zo min of meer
geaccepteerd heb
dat ik ben zoals ik ben,
dan ben ik alweer anders.
En als het nu zo was dat ik gekozen had
om zo te zijn, dat ik het wilde:
steeds een ring erbij,
zoveel soortgenoten aan mijn takken
in hun veilig stekelhuis,
zo anders dan ikzelf,
maar wat weet ik het nog goed.
Ik heb het opgegeven te zijn zoals ik ben.
Ik groei maar mee
met wie ik worden zal.
Af en toe hoor ik
Dat iemand zegt
Hoe mooi ik ben.
In mijn schaduw
gebeuren dingen
die de moeite waard zijn.
uit: ‘Het moest maar eens gaan sneeuwen‘, 2003, Tjitske Jansen
Religieus erfgoed, bezinning, verdieping en stiltebeleving kunnen elkaar op een mooie manier versterken; overal, maar zeker in de stad is dit kostbaar.Ilse Van Gorp