Samen
naar beter

We polariseren blijkbaar, meer en meer. We denken in zwart-wit en in wij-zij. Weg de nuance, ieder zijn waarheid.
Op maandagavond 16 december 2019 hielden we in Kasterlee met Vormingplus voor de achtste maal ons alom gesmaakte Kempens netwerkevenement, ditmaal rond het thema polarisatie. Christophe Busch, voormalig directeur van Kazerne Dossin en expert dadergedrag bij collectief geweld, had het over Wij versus Zij: polarisatie als verrijking of bedreiging?
Michaël Opgenhaffen, professor en directeur van het masterprogramma journalistiek aan KU Leuven en onderzoeker aan het Instituut voor Mediastudies, praatte over online polarisatie: de rol van sociale mediaplatformen, nieuwsmedia, politici en gebruikers.
Lisbeth Imbo, journaliste vrt, modereerde het nagesprek tussen beiden.
Een verslag van een avond over filter bubbles,
black boxes en de macht van het midden
Als de samenleving vloeibaar wordt, dan toch liefst in de vorm van een glaasje cava. We horen het de deelnemers aan het jaarlijks netwerkevenement van Vormingplus Kempen stiekem denken. Ze staan nog druk na te praten in de foyer van het ontmoetingscentrum in Kasterlee. Over ‘polarisering’ is het vanavond gegaan: hoe het midden krimpt en de uitersten toenemen. En over wat de verantwoordelijkheid is van de silent majority in die beweging. Sprekers Christophe Busch en Michaël Opgenhaffen hebben bereikt wat ze beoogden: na vanavond blijft niets nog in het midden.
Het middenveld is goed vertegenwoordigd op de knusse zeteltjes in de podiumzaal. Het thema van deze bijeenkomst heeft hen getriggerd. Een uiterst actueel thema, heeft coördinator van Vormingplus Martine Coppieters in haar inleiding aangekondigd. Met de nadruk op ‘uiterst’. Want daar gaat het vanavond over: over extremen en hoe we daarin elke dag bewust of onbewust verzeild geraken. We raken ons gevoel voor nuance kwijt. Met dank aan de veranderde samenleving, de sociale media en ons eigen onvermogen om het ‘centrum van de dingen’ te blijven onderscheiden.
Wat is de dynamiek achter de huidige polarisatie?
Weg van het centrum
Christophe Busch draait er geen doekjes om: het tijdperk waarin we ons vandaag bevinden, is er een van uitgesproken polarisatie. Die situatie is relatief nieuw voor ons, West-Europese burgers. Vanaf 1945 tot begin de jaren 2000 – we likten lange tijd de wonden van de tweede wereldoorlog – kwamen er tal van bewegingen op gang die tot harmonisatie en toenadering moesten leiden. Natuurlijk, het was de afgelopen decennia niet allemaal peis en vree. We hadden de Koude Oorlog en de Balkanoorlog, er vielen slachtoffers in Noord-Ierland. Maar toch heerste er een soort van vooruitgangsoptimisme in onze contreien.
Toen kwam het nieuwe millennium. Los van het concrete omslagpunt – was het 9/11, de bankencrisis of de Arabische lente? – groeide de overtuiging dat de vooruitgang niet meer enkelvoudig positief was. Maatschappelijke problemen staken de kop op. Angst kreeg virale proporties. Onze samenleving werd met een rotvaart complexer, gelaagder, multipolair en ‘vloeibaar’, in de woorden van socioloog Zygmunt Bauman.
“Als de samenleving zo’n ontwrichtend aanzicht krijgt, wat doe je dan?”, stelt Christophe Busch retorisch. “Dan ga je zekerheden zoeken”, klinkt het. “En waar doe je dat? In je wij-groep. Je begint over identiteit te praten: wie zijn wij? Wie zijn zij? Wat is onze individuele en sociale identiteit?” Het resultaat is dat referentiekaders beginnen te verschuiven, observeert Busch. Weg van ‘ons’, weg van de collectieve delers van onze samenleving. “Momenteel merk je overal in de wereld dat we het centrum verlaten. In Vlaanderen maken we de demarche naar rechts, in Wallonië naar links. Kijk naar wat er vandaag gebeurt met de centrumpartijen: de polarisatie groeit en het midden krimpt zodanig dat er amper ruimte overblijft.”
Bedreiging of verrijking
De polen nemen dus toe. Is dat gevaarlijk? Niet per se. Want polarisatie hoeft niet eens bedreigend te zijn, wijst Busch aan. “Het vrouwenstemrecht in België – we waren er in 1948 niet bepaald als de kippen bij – is er juist gekomen omdat politieke polarisatie mogelijk was. Mensen kregen de ruimte om van binnenuit de democratie te veranderen. Een samenleving heeft nood aan dit soort polarisatie.”
Daartegenover kan polarisatie ook een vijandige wij-zij dynamiek inluiden, duidt de criminoloog. “Polarisatie kan niet alleen meningen, maar ook sociale entiteiten uit elkaar trekken. Op momenten dat we labels gaan kleven op de identiteit van de ander, brokkelt het sociale weefsel af. Met uitspraken als ‘alle moslims zijn extremisten’ of ‘alle Vlamingen zijn racisten’ bouwen we een referentiekader op waarin de ander de vijand is. Als we die die dynamiek niet stopzetten, dan brengt dat wel degelijk een geweldpotentieel met zich mee.”
Het model van Brandsma
Om het fenomeen van sociale polarisatie te begrijpen, nemen Busch en Opgenhaffen het model van Bart Brandsma ter hand. Deze Nederlandse filosoof maakt de dynamiek van polarisatie bevattelijk volgens een driedelig mechanisme. “Polariserend denken start met een bepaalde opinie over de ander. Je bent bijvoorbeeld van mening: ‘Vrouw aan het stuur, is bloed aan de muur.’ Die gedachte geef je voortdurend brandstof. ‘Fout ingeparkeerd? Zie je wel, weer een vrouw.’ En ten derde gooi je alle rationaliteit overboord om jezelf te bevestigen in je overtuiging. ‘Ah, het is toch een man? Die moet dan hoogst verwijfd zijn.’
Met je eigen overtuigingen kan je op allerlei manieren omgaan. Je kan ze als pusher van de daken gaan schreeuwen, je kan je scharen bij de gematigde silent majority, je kan een kant kiezen, bruggen bouwen of de zondebok zijn. De pushers onder ons weten alleszins op wie ze zich moeten richten, stelt het sprekersduo: op de mensen in het midden, want die kunnen hun volgersgroep én hun macht vergroten.
Bullies op de speelplaats
Ze zijn geen nieuwe soort, die pushers, weet Opgenhaffen. Ze bevolken de speelplaatsen van onze jeugd en de cafés in onze dorpen. Vroeger bleven deze luide roepers nog min of meer tussen vier muren, maar vandaag zorgen de sociale media ervoor dat hun gejoel bovenmatig veel aandacht krijgt.
“De sociale media worden vaak gedemoniseerd. Nochtans hebben die media alles in zich om mensen op een niet-hiërarchisch niveau bij elkaar te brengen en met elkaar te laten spreken,” zegt de professor journalistiek. Helaas, technocommerciële mechanismen lijken er anders over te beslissen. “Andere belangen primeren. De sociale media doen een nieuwe realiteit ontstaan die in de kaart speelt van mensen die willen polariseren. En we zitten met z’n allen in hetzelfde bad: sociale media, mainstream media én de nieuwsconsumenten.”
Surfen in de black box
Hoe doen die nieuwe media dat toch, in ons hoofd kijken? Opgenhaffen probeert het zo eenvoudig mogelijk te illustreren. “Achter die media schuilen algoritmen. Die enablen de toegang tot nieuwsberichten niet alleen, ze shapen het nieuws. Hoe dat precies gebeurt? Eigenlijk hebben we geen idee, het vindt plaats in een soort van black box. Wat we wel weten, is dat het algoritme in het algemeen twee dingen doet: selecteren en signaleren. De nieuwsberichten die jij te zien krijgt, zijn geselecteerd op basis van je voorgaand klikgedrag. Tegelijk signaleren Facebook of Twitter je ook zaken waarvan zij vinden dat jij ze absoluut moet weten.”
Het gevolg is dat we almaar bevestigd worden in wat we al weten en willen horen. Bijkomend worden we vooral gevoed met sensationeel nieuws. “Alles wat geruzie en gescheld is – wees eerlijk, daar smullen we allemaal van – zijn ideale herkenningspunten voor de algoritmen. Ze versterken de pieken in ons klik- en leesgedrag. Complex en ernstig nieuws wordt veel minder opgepikt.”
De strijd om clicks
Die boost in onze sensatie- en roddelzucht is niet onschuldig, want meer dan twee op drie gebruikt de sociale media regelmatig als nieuwsbron. “Nieuwsmedia weten dit. In een hypercommerciële wereld staan ze onder druk om hun boodschap aan zoveel mogelijk mensen te verkopen, ook in termen van clicks en likes. We zien dat maatschappelijke relevantie niet de enige factor is om artikelen ook via sociale media te delen. Entertainment, surprise en bad news zijn de drie belangrijkste selectiecriteria voor berichtgeving op Facebook en Twitter.”
Ook vanuit de beste bedoelingen versterken de nieuwsmedia de positie van de pushers. “Eigenlijk zou je kort en feitelijk moeten berichten over, pakweg, de absurde uitspraken van Jef Hoeyberghs. Maar vanuit een journalistiek streven om objectief en neutraal te blijven, gaan de mainstream media die man nog een extra forum bieden. Om vervolgens te berichten: ‘Twitter ontploft’. Terwijl, hoeveel mensen in deze zaal zitten er op Twitter? Zeer weinig. Dat soort steekvlamjournalistiek is vals.”
Op de koop toe houden we er als nieuwsconsumenten van om gepolariseerde berichten en fake news niet alleen te lezen, maar ook te verspreiden. Zelfs al is het om foute berichtgeving tegen te spreken. “Juist door dit te doen, geef je extra aandacht aan zulke boodschappen”, waarschuwt Opgenhaffen. “Je geeft het algoritme immers het inzicht: dit bericht is populair, laat ik het voorrang geven. Zo overstemt fake news op de duur het volume van echt nieuws.”
Is zwijgen goud?
Even later op de sofa bij vrt-journaliste en debatmoderator Lisbeth Imbo wordt het al snel duidelijk: zelf worstelen de klassieke media óók met hun positie. Dat is oké, vinden Busch en Opgenhaffen. “De media die we nodig hebben, reflecteren over hun professionaliteit en tasten af hoe ze een tegengewicht kunnen bieden.” Ook wij als burgers, overheden en middenveld mogen twijfelen, begrijpen we. Graag zelfs. “De boodschap is om opnieuw te leren dialogeren en discussiëren met elkaar. We moeten wegraken van ons Grote Gelijk, durven toegeven dat we het even niet meer weten. Let’s agree to disagree.”
De pushers een antwoord bieden, is niet onze eerste opdracht, krijgen we mee als tip. De eigenlijke doelgroep is het midden, de mensen om wie de machtsstrijd woedt. Die moeten we blijven overtuigen van het belang van nuance. “Daar horen in het bijzonder ook onze kinderen bij”, zijn de twee experts het eens. “Zij groeien op met de sociale media en krijgen voortdurend de indruk dat iedereen praat en denkt in extremen. Terwijl: er zijn ook heel veel mensen die niet denken in ‘wij’ en ‘zij’. Dat is zelfs de meerderheid. Die verhouding moeten we weer helder krijgen. Zo kunnen we de dynamiek van vijandigheid een halt toeroepen. Dat is trouwens geen vingerwijzing”, klinkt het, “wel een broodnodige bewustmaking.”
Presentaties
De presentatie van Michael Opgenhaffen
De aftermovie
De foto’s
Dit kan ook interessant zijn:
