Samen
naar beter
Davy Sterkens: “Een overheid die uitdagingen in de schoot legt van burgers, kan magnifieke dingen doen ontstaan.”
| 14 december 2021

Actief burgerschap staat nog in zijn kinderlaarzen wanneer Davy Sterkens, vandaag manager maatschappelijke innovatie bij PIT (Landelijke Gilden vzw), zich gaat verdiepen in het thema. Inmiddels is burgerparticipatie een eind dichter naar de volwassen schoenmaat toegegroeid. Wat valt er voor lokale besturen nog te leren? En waar zijn goede voorbeelden te rapen?
Het is een 7-tal jaar geleden dat jij je eerste inspraakprojecten opstartte. Hoe vlijtig waren Kempense gemeenten toen al met participatie bezig?
Burgerparticipatie was toen nog vooral een stedelijk verhaal. Het was bijvoorbeeld de periode dat in Gent de Leefstraten opkwamen, een experiment rond woonbeleving dat opgestart werd vanuit de stad, maar wel met de bedoeling om het van onderuit vorm te geven. Het idee van actief burgerschap begon in die tijd te leven. Besturen gingen burgers betrekken bij de opstart van nieuwe projecten. In de omgekeerde richting vroegen inwoners meer inspraak in initiatieven van de stad. Maar ook in de kleinere gemeenten was er toch wel wat animo bij burgers om actie te ondernemen. Alleen was de vertaalslag van de stedelijke naar de landelijke context niet zo evident, en vaak ontbraken ook de ambtelijke expertise en de middelen.
Kan je je nog herinneren wat je eerste belangrijkste lessen waren over hoe burgerparticipatie (al dan niet) werkt?
Wat me snel duidelijk werd, is hoe belangrijk het is om alle stakeholders van bij de start op één lijn te krijgen over de invulling van ‘participatie’. Eigenlijk is dat een containerbegrip met heel uiteenlopende betekenissen, afhankelijk van wie het in de mond neemt. Voor de ene gemeente volstaat een rondetafelgesprek om het hokje ‘inspraak’ af te vinken. Andere besturen leggen het ownership van bepaalde projecten echt in de handen van inwoners. Er is dus een hele reeks interpretaties mogelijk: van informeren en raadplegen, tot coproduceren, samen oplossingen bedenken en ze ook effectief tot uitvoer brengen. Mijn advies is dus: klaar eerst heel goed uit of iedereen wel dezelfde taal spreekt. Dat is een eerste voorwaarde om op een eerlijke en transparante manier in het proces te stappen.
Hoe is de expertise in de landelijke kernen gegroeid?
In de basis blijven de theoretische modellen, methodieken en principes in elke context wel overeind. De zoektocht ging vooral naar goede voorbeelden, die aansloten bij de leefwereld van de meer landelijke gemeenten.
Kan je zo’n goed voorbeeld aanhalen?
Dan denk ik toch onmiddellijk aan het Nederlandse dorpje Esbeek, waar burgers zelf het heft in handen nemen (en krijgen) om hun eigen verhaal te schrijven. Inwoners hebben er een dorpscoöperatie opgericht, waarmee ze onder andere: hun kerk hebben herbestemd tot school, het laatste café in het dorp van sluiting hebben gered, gezamenlijk zonnepanelen hebben aangekocht waarvan ze de opbrengst herverdelen onder de coöperanten, en zelfs een stukje woonuitbreiding hebben gerealiseerd, zodat jonge mensen in het dorp kunnen blijven wonen. Voor mij is dat echt wel hét bewijs dat een overheid die een faciliterende rol opneemt en uitdagingen in de schoot legt van burgers, magnifieke dingen kan doen ontstaan.
Wat brengen zulke projecten bij aan een samenleving volgens jou?
Als je kijkt naar Esbeek, dan is dat dorp echt wel een toonvoorbeeld van een dynamische, leefbare en toffe leefomgeving. De levenskwaliteit van de mensen die er wonen, gaat erop vooruit door alles wat daar gebeurt. Tegelijk is dergelijk actief burgerschap ook een ontzettende dankbare kans voor een bestuur om eens een andere rol uit te proberen en ruimte te creëren voor andere kerndoelstellingen.
Wanneer kan je van een goed proces spreken?
Een geslaagd participatieproces is er volgens mij eentje waarin alle partijen werkelijk iets geleerd hebben van elkaar. Neem nu het voorbeeld van Veerkrachtige Dorpen, een initiatief van de Provincie Antwerpen. Bij de meeste dorpsinwoners luidt de teneur: ‘Al die appartementen in onze kern, dat moet stoppen.’ Als bestuur kan je dan twee dingen doen. Ofwel inventariseer je al die meningen en zeg je: oké, er komen dus geen appartementen meer. Ofwel kijk je naar de actuele uitdagingen op vlak van wonen – de populatiegroei en gezinsverdunning, om maar te noemen – en ga je in een open debat: wat zeggen experten in dit domein, welke pro’s en contra’s zien we, hoe kunnen we dit anders aanpakken? Als je vanuit die houding van elkaar standpunten begint te leren, kom je tot een nieuwe consensus en een nieuw verhaal.
In welke mate denk jij, als innovatieconsulent, dat besturen nog kunnen en móeten innoveren in hun methodieken?
Ik geloof dat daar nog een hele weg te gaan is. Heel wat gemeenten nemen intussen een participatieambtenaar aan. Volgens mij is dat absoluut een goede zaak. Maar je moet er ook wel over waken dat die mensen de kans krijgen om zich te vormen. Want procesbegeleiding vergt toch wel een sterke techniekbeheersing en basishouding. Enorm belangrijk vind ik bijvoorbeeld de neutraliteit van de procesbegeleider. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het voor een aantal trajecten altijd wel zinvol zal blijven om een externe facilitator te betrekken.
Heb je al nieuwe trends gespot?
Ik hoor rondom mij nogal wat gemeenten die nu toch echt wel actief aan de slag willen met hun adviesraden. Ze denken bijvoorbeeld in de richting van divers samengestelde groepen, die dossiers beoordelen afhankelijk van hun eigen expertise. In Nederland hebben systemen als ‘The right to challenge’ (het ‘uitdaagrecht’) al officieel ingang gevonden. Inwoners krijgen in deze nieuwe vorm van burgerparticipatie de kans om taken over te nemen van een bestuur, die ze naar eigen aanvoelen beter zelf kunnen uitvoeren. Het kan gaan over kleine dingen als het onderhoud van een buurpleintje, maar ook over veelomvattender projecten. Een ander innovatief voorbeeld zijn burgerbudgetten. Daarop kan een bepaalde wijk, vereniging of ondernemersverbond intekenen om bepaalde projecten te realiseren.
Nog werk genoeg op de plank dus?
Zeker! Er staan nog zoveel veelbelovende pistes open om actief burgerschap te stimuleren. Het verhaal is lang niet af.
Dit kan ook interessant zijn:

“De kunst is om mensen op een positieve manier hun zeg te laten doen.”
Beleid maken doe je nooit alleen, weten ze heel goed bij de Provincie Antwerpen. Daarom zit...

Schepen Benny Smets over de Klimaatmakers: “Er zit energie in”
In 2021 begeleidt Avansa Kempen de gemeentes Laakdal en Olen in het participatieproces Klimaatmakers. Daarvoor dromen...