Samen
naar beter

Dinsdag hadden we in Herentals op de eerste Broodje Burger-sessie Filip De Rynck te gast.
Filip heeft een rijkgevulde, zij het wat atypische, loopbaan achter de rug: opbouwwerker, vormingswerker bij Stichting Lodewijk de Raet en de Wakkere Burger, om op zijn veertigste aan een academische opleiding te beginnen en zo hoogleraar bestuurskunde te worden. Stedenbeleid hoorde tot zijn onderzoeksdomeinen, net als burgerparticipatie. En daar draaide Broodje Burger net om.
Vorm geven aan de samenleving
Wat versta je onder burgerparticipatie, Filip?
Filip: “Ik zou daar heel wat theorie over kunnen verkopen, maar dat ga ik niet doen. Ik vertel liever over bijv. Zorgzaam Gullegem, een project waarbij een honderdtal bewoners, ondersteund door de gemeente, mensen die ziek zijn ondersteunen. Dat is participatie, want het is politiek: samen geven ze de samenleving vorm. Het is een weliswaar kleinschalige, maar wel een betekenisvolle bijdrage tot de politiek.”
“In Vlaanderen zijn er een zo’n 800 patiëntenverenigingen actief. Die mensen organiseerden zich om een stem te krijgen in de gezondheidszorg. Zo geven ze mee vorm aan de samenleving. Dat is participatie, dat is politiek.”
“Er zijn ook veel vrijwilligers die via een erfgoedvereniging ons erfgoed in stand willen houden. Idem dito: ze geven vorm aan onze lokale samenleving. Dat is participatie, want het is politiek.”
“Ik denk heel anders over participatie dan toen we zo’n 40 jaar terug met de Wakkere Burger begonnen. Toen was ons doel om de lokale besturen te overtuigen om aan inspraak te doen. We brachten mensen samen om samen stappen vooruit te zetten: om hun burgers te informeren, om hen hun plannen voor te leggen. Het initiatief lag dan bij die besturen, als zij er klaar voor waren, vertrekkend vanuit hun agenda. We moesten er nochtans flink voor ijveren. Hun ambtenaren waren daar nog niet mee bezig.”
“Maar de politiek is veranderd, net als de burgers, net als de samenleving. Een gemeenschappelijk kenmerk in mijn voorbeelden hierboven is dat ze alledrie op zijn gericht op doen, het draait om doe-democratie. Vroeger lag de nadruk op praten: we gingen overal gesprekken doen om adviesraden uit de grond te stampen. We waren sterk in praten, in de hoop een antwoord te krijgen. Die spreek-democratie staat erg in tegenstelling tot de verantwoordelijkheid die mensen nu opnemen om dingen te veranderen. Dat is het verschil tussen de inspraak van toen en de participatie van nu.”
Proces in meningsvorming
“Participatie is nu een proces in meningsvorming. In Wichelen kwam er bijvoorbeeld een burgerpanel rond de vraag of het dorp moest fusioneren. Dat burgerpanel werd geloot uit de inwoners. De burgemeester verwelkomde iedereen op de startbijeenkomst, maar ging dan weg. Hij liet de gesprekken over aan het panel en zijn ambtenaren, en Fatma Taspinar leidde deskundig die debatten. Als je dit soort gesprekken aan een klassieke adviesraad zou overlaten, zat je in een vergadering met saaie, grijze mannen die thuis niet veel te zeggen hebben en hier zaten te wachten tot ze eindelijk hun zeg van de avond zouden doen. Dat is geen meningsvorming.”
“De meeste mensen hebben geen mening als je hen iets vraagt. Bij een participatieproces moet je hen een mening leren opbouwen. De essentie van politiek, van democratie is de georganiseerde meningsvorming. Participatie draait niet om de verschillen tussen de politici en de burgers, maar wel om iedereen duidelijk te maken hoe mensen anders denken over verschillende thema’s. Als je dat goed organiseert, heb je een goed proces. Ik moet het toegeven: vroeger had ik daar een ander idee over.”
Foto’s
foto’s © Liesbet Sanders
Waarom is die participatie voor jou zo belangrijk?
Filip: “Het lijkt misschien of je daar als bestuur voor kan kiezen, maar dat is zo niet langer. Mensen zijn mettertijd veel deskundiger geworden. Vaak vind je die deskundigheid over thema’s als stedenbouw, mobiliteit… vaker bij burgers dan bij politici.”
“Ik vind dat er ook een ethische dimensie aan zit. Aan democratie moet je werken. Je ziet over de hele wereld hoe broos die kan zijn. Maar er zijn ook pragmatische argumenten. Als bestuur moet je investeren in kwaliteit. Burgers hebben bijvoorbeeld geen boodschap aan de bevoegdheidsverdeling binnen een college. Veel thema’s zijn ook niet te herleiden tot bevoegdheden. Klimaat bijvoorbeeld, is dat een bevoegdheid of een opdracht voor het bestuur?”
“Als je je gemeente goed wil managen, kijk je niet van binnen naar buiten. Participatie is net van buiten naar binnen kijken. Dat moet een gemeente ook leren doen. Dat levert soms verrassende, maar ook confronterende bevindingen op. Burgers moet je niet voor de gek houden. Als je het niet meent met participatie, als je het niet professioneel aanpakt, zie je mensen geen tweede keer meer terug.”
“80% van de mensen aanvaardt een ‘nee’ als een beleidsbeslissing, op voorwaarde dat het proces daartoe eerlijk en degelijk verloopt. Mensen willen als volwassenen behandeld worden.”
Durf dingen doen
Filip: “Ik wil eerst nog even uitzoomen: mensen kijken niet alleen naar hun gemeentebestuur om hun houding tegenover de politiek of de democratie te bepalen. Hun houding wordt vaak beïnvloed door levenssferen waar een lokaal bestuur geen vat op heeft: onderwijs, hun werk, als cliënt in een ziekenhuis… Als mensen uitgesloten worden, gaan ze ook niet participeren aan die samenleving. Door dat onrechtvaardigheidsgevoel staat het vertrouwen van de mensen in de samenleving onder druk. Ook het vertrouwen in de lokale politiek neemt zo af.”
“Mijn raad aan lokale besturen is: durf dingen doen. Hoe actiever een gemeente is met hun plannen en hun dienstverlening, hoe actiever hun burgers zijn. Dynamiek lokt dynamiek uit. Samen dingen doen, zorgt voor energie. Ambtenaren hebben daarbij een belangrijke rol te spelen als intermediairen tussen politiek en burgers. In de voorbije decennia zijn ambtenaren, o.a. door een betere opleiding, veel meer betrokken en deskundig geworden in het werken met burgers.”
“Sterke politici hebben geen probleem met participatie-initiatieven: ze weten dat zij tenslotte de beslissing moeten nemen. Maar daarnaast hebben ze ook hun rol om die processen te organiseren, te legitimeren en te verbeteren. Dat zijn uitdagingen voor zowel lokale politici als ambtenaren. Als participatie insijpelt in de organisatie, zie je dat er een cultuurverandering gebeurt.”
“Het middenveld is de voorbije decennia grondig veranderd, o.a. door het ouder worden van hun vrijwilligers. Nochtans kan je ook nieuwe vormen van dat middenveld ontdekken, waarbij vrijwilligers informele, tijdelijke engagementen op zich nemen. Daardoor is de druk op de traditionele adviesraden sterk toegenomen, zodanig dat ze stilaan hun legitimiteit verliezen. Ik heb het opgegeven om te komen praten over de vernieuwing van adviesraden. Ze hebben de boot gemist.”
“Bij die nieuwe vormen van middenveld heb je als gemeente niet helemaal de grondstoffen, de humus voor die mensen zelf in handen. Bij de start is vaak iedereen enthousiast, maar op termijn is er ook ondersteuning nodig. Als je het meent met dat middenveld, moet je er zelf ook in investeren.”
De Siamese tweeling
Hoe bereid je als gemeente een participatieproces voor?
“Participatie en een sterke interne organisatie zijn daarbij een Siamese tweeling. Bij lokale besturen schort het vaak aan dat laatste. Daar moet nog aan gesleuteld worden. Maar werk niet te lang aan een voorbereiding: eenmaal opgestart, drijf je best verder op de ontstane wisselwerking tussen praktijk en beleid. Het managementteam heeft daarbij een grote verantwoordelijkheid om initiatieven niet te laten vermorzelen door de bureaucratie. Een grote vraag daarbij is ook welk mandaat de mensen krijgen die met het participatieproces bezig zijn. Daar moet je over durven praten, en best vooraf. Zo moeten we in onze gemeenten ook evolueren: met minder verticale tussenschotten tussen de diensten, en met sterke ambtenaren die gepokt en gemazeld zijn. Waarom worden zo vaak jonge en onervaren mensen gezet op zoiets als wijkbudgetten, terwijl je daar net professionele ervaring bij nodig hebt?
Hoe betrek je de gemeenteraad daarbij?
“Werken aan de democratie vergt tijd, capaciteit en competenties. Daar schort het vaak aan in landelijke gemeenten. Over de rol van de gemeenteraad is het Decreet Lokaal Bestuur duidelijk: de gemeenteraad is het centrale orgaan om het participatiebeleid te bepalen. Maar de kloof met de praktijk is gigantisch: het beleid wordt bepaald door de meerderheidspartijen; vaak weten raadsleden pas laatst wat beslist wordt, burgers het eerst. Ik ben bezorgd om het mandaat van raadsleden: wie wil dat nog blijven doen? Het is vrijwilligerswerk in een tweederangsrol, en je wordt er ook nog op belast.”
“Niets houdt de gemeenteraad tegen, zegt het Decreet. We moeten durven discussiëren over de rol van de gemeenteraad, om de democratie te versterken. “
Schaalvergroting
Kunnen we niet best per regio samenwerken om de krachten te bundelen?
Filip: “Dat gebeurt al vaak. Maar moet dat zo blijven? Kunnen we niet beter gemeenten samenvoegen? Het is misschien niet de meest ideale oplossing, maar ik wil graag de stok in het hoenderhok gooien. Nu zie je bijv. drie gemeenten die een ambtenaar delen, maar dat evenaart toch geen volwaardige stedenbouwkundige dienst. Dat is geen duurzaam model op lange termijn. De vraag naar capaciteits- en schaalvergroting is niet langer te vermijden. Ik vermoed ook dat er in een honderdtal gemeenten daarover momenteel gesprekken gevoerd worden. Bij die transitie dienen zich nieuwe, terechte vragen aan over capaciteit en schaal. De democratie verandert constant, en ik ben daar niet pessimistisch over.
Na het gesprek
met Filip wisselden de aanwezigen met elkaar nog ervaringen uit aan verschillende gesprekstafels.